Met Kerstmis Komt god als een kind in onze wereld. Hij is niet gewoonweg als een volwassene tot ons gekomen, maar hij wordt als zwak en hulpeloos kind uit de schoot van een vrouw geboren. Het kind is aangewezen op de hulp van zijn moeder en vader. Het beleeft liefde, affectie en tederheid. Zo groeit het langzaam op. Je kunt God dan ook alleen maar naderbij komen zoals een moeder haar kind, behoedzaam en teder, vol aandacht en liefde, steeds opnieuw het mysterie van het kind overwegend. Je kunt God niet hard aanpakken om zo grip op Hem te krijgen. Je dient altijd opnieuw even halt te houden en in verwondering toe te kijken om je zo verbonden te weten met het geheim van de totaal andere God. Om een kind te benaderen mag je niet te hard praten of schreeuwen, maar juist zachtjes spreken, een beetje fluisteren. Je kunt over God niet met harde stem spreken, maar teder en zachtjes je woorden kiezen, net als naar een kind toe. Tot een kind spreek je niet met intellectuele woorden, maar kom je alleen met woorden die uit je hart komen. Daarom zul je God alleen maar ontmoeten als je je hart opent voor God.
Als God als een Kind ter wereld komt, dan wil Hij ons van onze grootheidswaanzin bevrijden die ons het gevoel geeft dat we altijd sterk en onafhankelijk moeten zijn. Jezus draagt ons op om als kinderen te worden. Als we dat niet doen dan zullen we niet in het Rijk der hemelen komen. (Zie Mt 18,3) Kinderen kunnen zich verwonderen. Ze staan open voor het nieuwe. Ze willen leren, zelf ontdekken wat leven is. Ze verlaten zich niet zomaar op anderen. Ze kunnen bij het spelen zichzelf vergeten. Ze kunnen helemaal opgaan in het hier en nu zonder zich te storen aan druk of verwachtingen. Ze gaan met een open hart naar mensen zonder bijbedoelingen of vooroordelen. Ze vertrouwen op hun gevoel. Ze doen wat hun hart hun ingeeft.
In de droom staat het kind altijd symbool voor iets nieuws dat in ons aan het groeien is. Het kind staat voor het onvervalste en oorspronkelijke beeld dat God van ons gemaakt heeft. Soms dromen we dat we een gewond kind op onze armen dragen of dat we het kind hebben laten vallen. We vergeten het en laten het ergens alleen achter. Dan wil de dromen ons vertellen dat we zorgvuldiger en bewuster om moeten gaan met het kind in ons. We hebben een vermoeden van wie we zijn. En desondanks vallen we terug in oude rollen en patronen. Dan kwetsen we het kind in ons. De dromen over kinderen tonen ons dat er iets nieuws in ons aan het groeien is en dat we weer verbinding krijgen met ons oorspronkelijke zelf, met de innerlijke glans van onze ziel die God ons geschonken heeft. Maar dromen vertellen ons ook behoedzaam met het kind in ons om te gaan. Kerstmis is als een collectieve droom die God zelf voor ons gedroomd heeft. In die droom bewerkt God iets in ons. Hij brengt ons in aanraking met onze diepste kern. Met Kerstmis worden wij door Gods droom over ons naar ons ware zélf geleid. We vieren deze droom in de kerk, in het persoonlijk en gezamenlijk gebed, in gedeelde rituelen, in gezang, in een feestelijke maaltijd opdat deze droom steeds meer onze werkelijkheid zou kunnen worden.
Kerstmis herinnert ons eraan dat iedereen een goddelijk kind in zich draagt. Het goddelijk kind is een symbool voor het unieke en onvervalste beeld dat God van ieder van ons gemaakt heeft. In het diepst van je hart draag je een goddelijk kind. Als je naar je hart luistert, dan voel je heel precies wat goed voor je is, wat op jou echt van toepassing is en ook klopt. Maar je weet ook diep van binnen of je slechts wat overneemt van anderen omdat het je is opgelegd. Alleen als je verbinding krijgt met het goddelijk kind in je, wordt je leven authentiek en krijgt het een zekere lichtheid die zo typisch is voor kinderen. Het goddelijk kind staat voor het potentieel van onze ziel, voor het innerlijk kompas om onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad. Het kenmerkt zich door creativiteit en intuïtie. Het innerlijk kind weet precies wat hem helpt om tot leven te komen. We hebben het verleerd om vertrouwen te hebben in het kind in ons. We vertrouwen liever andere mensen die ons goede raad geven. Maar de waarheid huist in onszelf. In onszelf woont het goddelijk kind als innerlijke heelmeester die onze wonden geneest en ons de weg wijst naar het leven, die weet wat echt goed voor ons is en ons zo naar een weidse horizon voert, naar de innerlijke en diepste vrijheid. Zalig Kerstmis.
Anselm Grün
Benedictijner monnik te Münsterschwarzach
Uit: Vrede op aarde, Bidden van Advent tot Kerstmis

