Afgelopen week was Eric Corton de gast in het programma Kloostergasten van de KRO-NCRV. Hij verbleef in abdij Koningsoord. Juist in de week van de opnames hield zuster Benedict Thissen een dagboek bij voor Klooster! Het werd gepubliceerd in Klooster! 28 Twijfel.
Voor wie na het zien van de aflevering van Kloostergasten benieuwd is geworden naar hoe de zusters het bezoek beleefden is hier (nogmaals) het dagboek van zuster Benedict van de trappistinnen in Oosterbeek.
Zondag 23 juni – (ON)GEWOON
De priester opent deze zondag de eucharistie met te zeggen dat het een gewone zondag door het jaar is, maar dat de lezingen heel ongewoon zijn. Het treft mij. Ons leven speelt zich af in paradoxen. Dingen die niet bij elkaar horen en toch samen beleefd moeten worden. Ons leven is heel gewoon, maar in feite is het ongewoon: er gebeuren voortdurend (kleine) gewone dingen, die aanleiding kunnen zijn tot ongewone, mooie en soms niet zo mooie dingen.
Vanmiddag ben ik in het gastenhuis om vragen te beantwoorden, want er is een open middag. De mensen zijn heel belangstellend. Ik aarzel iedere keer bij zoiets of ik hen vragen moet stellen over hun beleving of beter het initiatief bij hen moet laten. Ik weet dat dit iets van mij is, er zit toch een dieper gelegen verlegenheid in mij.
Maandag 24 juni – DRUKKE WEEK
Hoogfeest van de Geboorte van Sint Jan de Doper. Het is deze week mijn beurt om de lauden en de eucharistie op het orgel te begeleiden. Zr. Wendelien is een opleiding als organist begonnen en zij zal een stuk spelen tijdens het aanbrengen van de gaven en aan het slot. Ik ben daar blij om, het kost me de laatste tijd duidelijk meer om een stuk na te spelen.
Onze gastvrouw in het gastenhuis was gisteren jarig. Als gastenzuster organiseer ik een gezellige koffie met ieder die bij het gastenhuis betrokken is. Zij vertelt over haar twee kinderen, die in de week van toetsen zitten en de perikelen met pubers. Ook de vrouw van het schoonmaakbedrijf vertelt hoe het haar vergaat met twee pubers en een kind van vier als alleenstaande moeder. Ze is heel humoristisch. Ik leef met hun moeilijkheden mee. De sfeer is goed. Mijn gedachten gaan ook naar Father Henry osb, mijn geestelijk begeleider uit Ierland, die laat in de middag aan zal komen en een weekje blijft. Ik verheug me erop. Maar ik weet ook dat het een drukke week wordt.
Woensdag 26 juni – KLOOSTERGASTENVanmorgen na de nachtwake lectio divina gedaan. Het doet me goed en ik kan erbij blijven. Vorige week was ik gevraagd conferenties te geven in Lourdes aan de oversten van de monialen van Frankrijk. Een vergadering van ongeveer 100 personen. Ik had me behoorlijk druk gemaakt daarover. Wat moet ik ze zeggen; ze weten toch net zoveel als ik; er zit geen structuur in; enz. enz. Oh, dat hoofd van mij en die gedachten die nooit echt stil te krijgen zijn. Het is goed gegaan en ik heb het eigenlijk heel fijn gevonden. Maar dan duurt het een tijd voordat mijn hoofd weer rustig en stil is.
Om tien uur komt de gastvrouw, Gosia. We nemen meestal aan het begin van de dag even de agenda door. Ik wil in ieder geval in de ochtend tijd hebben met Fr. Henry, want vanmiddag komt de KRO-NCRV.
Zr. Pascale, onze abdis, had me al een tijdje geleden gevraagd of ik de opnamen van het tv-programma Kloostergasten wilde begeleiden en organiseren. Er is een voorgesprek geweest: ‘of ik de BN’er ken? Huh, we kijken nooit televisie.’ Ik moet kloostergast Eric Corton verwelkomen voor de camera. Het geheel is geregisseerd maar toch niet te strak. Ik had wel zijn website bekeken en er was juist een groot interview met hem verschenen in Trouw. Maar ja, hoe zal dat gaan. Ik heb geen idee van de wereld waarin deze kloostergast leeft. Ik vertel mezelf: ben maar gewoon jezelf. Je hoeft niet vlot, humoristisch, gevat, etc. te zijn. Oké. Eric Corton blijkt ongedwongen en open te zijn. Ik voel me meteen goed bij hem. Hij begint met te zeggen dat hij helemaal niets weet van religie, kerkelijke dingen en al helemaal niets van ons leven. Hij is heel benieuwd. Dat vind ik fijn. Iemand die leren wil en open is. Dat zal wel gaan. Hij heeft veel vragen. Het gebeurt bijna nooit dat we iemand in huis hebben die geen idee heeft van onze manier van leven, onze rituelen (‘wat wil eucharistie zeggen?’) en gewoonten. Ik laat hem de kerk zien. Hij is onder de indruk. Ik laat hem zien hoe het gastenhuis in elkaar zit (niet voor iedereen is dat eenvoudig), waar hij koffie en thee kan nemen en waar hij – op tijd! – eten moet. En dan breng ik hem naar zijn kamer. Het is een uitdaging. Niet om veel uit te leggen, maar gewoon te zijn, er te zijn. Wij zijn gewone mensen als iedereen.
Donderdag 27 juni – TV-OPNAMENEr zullen opnamen worden gemaakt in de nachtwake. Het is mijn ‘uitslaapdag’. Zal ik toch maar naar de nachtwake gaan voor de tv-opnamen? Ik besluit gewoon uit te slapen. Ik voel hoe moe ik ben. Vandaag ben ik voortdurend paraat voor als de tv-ploeg vragen heeft of iets anders wil. Mijn gewone werk in het gastenhuis gaat ook door. En mijn bezoek van Fr. Henry ook. Ik dien de maaltijden op wat natuurlijk gefilmd wordt. Deze gast wil niet gefilmd worden, die gast wil alleen op de rug gefilmd worden. Maar ondertussen spreken ze wel met de kloostergast en vinden dat heel leuk.
Ik geniet van de momenten die ik tussendoor met Henry heb. ’s Avonds na het avondeten gaan hij en ik nog wandelen en zitten we op een bankje te genieten van de prachtige zonsondergang, uitkijkend over de natuurbegraafplaats Koningsakker. De regisseur heeft een foto van de zonsondergang gemaakt als wij al in bed liggen. Sympathiek dat hij mij die stuurt. Het is prachtig.
Vrijdag 28 juni – INVALSHOEKEN
De nachtwake is rustig. Geen tv-ploeg. Ik doe mijn lectio en lees het boek Genesis van Jonathan Sachs. Het boek geeft voor mij nieuwe perspectieven op de bijbeltekst, omdat het uit de Joodse invalshoek komt en tegelijkertijd de tekst actualiseert. Ik maak het ontbijt klaar voor de gasten en ga naar de lauden.
Ik word geroepen om met Eric een interviewtje te hebben over zijn tatoeages. Oei, wat moet ik daarmee doen? In mijn jeugd hadden motorrijders tatoeages. Ik herinner me de film Easy Rider, ik was geïntrigeerd door de twee hoofdrolspelers. Het gesprek over de tatoeages verloopt vlot. Hij blijkt een enorme Onze Lieve Vrouw van Guadeloupe op zijn been te hebben. Hoe komt hij daar nu bij? De opname duurt niet lang, ik kan weer door met mijn werk. Dan word ik weer geroepen. Eric gaat vertrekken en ook dat moet gefilmd worden. Ik ben verbaasd hoe we in nauwelijks twee dagen zo vertrouwd zijn geworden met elkaar. Ik heb het als heel positief ervaren en vind het een beetje jammer dat hij al gaat. Ik zou ongedwongen met hem willen spreken over allerlei onderwerpen zonder camera. Misschien komt dat nog een keer. Ook met de televisieploeg voel ik een vertrouwdheid die me toch verrast, aangenaam verrast. Onze ervaring met de publieke media is tot nu altijd positief geweest.
Zaterdag 29 juni – DANKBAARHEIDHoogfeest van Petrus en Paulus. Een lange nachtwake en helemaal gezongen. Dat maakt me blij. Het is fees- telijk. Na de lauden oefen ik een naspel voor de eucharistie. Het gaat redelijk goed. Ik durf het aan. Maar als ik het naspel moet spelen, gaat het enkele keren mis. Ik kan me moeilijk concentreren en dat gebeurt vaker. Ik ben onzeker en hou me in. Ik val en sta weer op. Vroeger als het een keer gebeurde, kon ik daar een tijd mee rondlopen, misnoegd over mezelf. Nu voel ik dat niet meer zo. Het is zoals het is. Dat geeft toch een zekere vrijheid.
Na de eucharistie maak ik de refter van het gastenhuis in orde. Zr. Pascale komt een praatje maken met Henry. Ze heeft graag dat ik erbij ben vanwege de taal. Ik had tegen Henry gezegd dat ik graag nog wilde biechten, maar daar komt het niet meer van in de ochtend. Na het middagmaal komt er een familie die een fietstocht maakt. Ze hadden gevraagd of ze een kleine rondleiding konden krijgen en een gesprek van een half uur met een zuster. Ze zijn er om twee uur. Allen gelovig protestant. Ik leg de kerk uit, de symboliek van water, licht, getijden van de dag. Ze zijn er heel gevoelig voor. Bij een kopje koffie in de zaal vertel ik over ons leven. Het is verrassend voor hen en ze hebben vragen. Om drie uur vertrekken ze weer. Ik ga terug naar Henry. Om twintig na vier moeten we naar het station zodat hij op tijd op Schiphol is. Ik hoop dat hij volgend jaar weer de gelegenheid heeft om te komen. Ik aarzel, maar vraag toch om het sacrament van de biecht. Ik heb het niet voorbereid zoals ik zou willen. Hij zegt dat we dat ook tussen van alles door doen. Inderdaad ben ik er wel mee bezig geweest door de dag. Het is goed. Hij kent mij heel goed. Ik voel me dankbaar. Dan vlug naar de trein, die nog geduldig staat te wachten.
De dankbaarheid is er ook als ik ’s avonds in mijn bed de dag nog eens na loop. Het was goed. De week was gevuld, maar heeft veel gegeven. Ik ben dankbaar dat ik dit leven mag leiden, ook als het soms wat minder gaat. Morgen begint de nieuwe week. De tijd vliegt.
Tekst: Zuster Benedict Thissen
Foto’s: Abdij Koningsoord
Dit dagboek van een kloosterling komt uit Klooster! 28 Twijfel, blz. 78-82