Weekbrief Leo Fijen – 23 juli

De andere kant van Titus Brandsma in zijn laatste brieven

Wie in deze tijd nadenkt over de missionaire kerk, doet er goed aan de laatste brieven van Titus Brandsma te lezen. Ze zijn geschreven in de periode van februari 1942 tot juli van dat jaar. En ze werpen een verrassend licht op deze nieuwe heilige. Neem nou de brieven uit het doorgangskamp Amersfoort. Daar staat de rozenkrans centraal die door medegevangenen is gemaakt. Van kampkleding en knopen. Het is ontroerend om te lezen hoe Titus daar rond de rozenkrans kerk in de meest brede zin van het woord wil zijn. Iedereen hoort erbij, gelovig of niet, communist en gymleraar. Alle confessionele kerkgrenzen worden overstegen. De kerk is daar waar de geestelijke ruimte is. En dat kan overal zijn, in Friesland, het klooster, de krant, de universiteit of doorgangskamp Amersfoort. In de gevangenis was er nog de buitenkant van de cel om de binnenkant van het goddelijk licht te ervaren, in Amersfoort was er geen cel maar de leegte van het lijden. Daar bond de rozenkrans mensen samen en stichtte gemeenschap waar iedereen welkom was en waar in het lijden de aanwezigheid van God werd gezocht. Als Titus Brandsma ons ergens een beeld van de kerk meegeeft, dan is het hier in de meest pure zin van het woord. Het lijden had alles uit handen geslagen, de liefde tot elkaar rond de rozenkrans was het antwoord. En daar brak het licht van God door, bij mensen die anders nooit samen in een kerk zouden zitten.
Titus Brandsma, zo maakt Inigo Bocken, wetenschapper aan het Titus Brandsma Instituut en hoogleraar in Leuven, duidelijk in prachtige beschouwingen bij deze laatste brieven, was geen verzetsheld en wilde dat ook niet zijn. Hij was ook gewoon een mens die bang was. In Kleve – zijn voorlaatste kamp op weg naar het einde – toonde hij die angst in brieven. Hij werd daar echt beproefd, schreef brieven om vrij te komen, veinsde van alles aan ziektes en liet ons daar zien dat ook een heilige zijn menselijke tekorten heeft. Misschien moet ik het anders uitdrukken: juist een heilige komt ons nabij in de angsten die iedere mens herkent. En daarmee werd hij een mens die dicht bij ons stond en staat. Het goddelijke was en is zo verscholen achter de kwetsbaarheid van deze angstige Titus. Dat is niet pijnlijk om te lezen, maar een troost voor ieder van ons: dat een heilige er ook niet aan ontkomt om door alle menselijke tekorten heen te leven en te sterven.
De allerlaatste brief is van 12 juli 1942. En daar was geen angst meer, wel de berusting en de overgave. Zonder veel woorden. Hier was geen mens aan het woord die held wilde zijn. Hier schreef Titus de totale verstilling uit: door het lijden te vervagen in het eeuwige licht. Of zoals Inigo Bocken het formuleert: ‘De beelden, de inzichten, de gedachten, alles wat hij als docent en als leraar had overgedragen, lijkt nu met hem samengevallen te zijn, als een levend beeld van God’. Zo zijn deze laatste brieven van Titus Brandsma een troost voor allen die lijden, die onrechtvaardig behandeld worden en die hun lot moeten aanvaarden, een troost dat er een weg is naar het licht.

Leo Fijen


Reis naar de stilte
De laatste brieven van H. Titus Brandsma

€ 19,95

Te bestellen bij Adveniat

 

 

 

 

 

 

Boeken