Weekbrief Leo Fijen – 30 oktober

Kerststal als spiegel van ons eigen leven

De presentatie van het gebedenboek voor Advent en Kerstmis heeft geen stof doen opwaaien. Er waren slechts enkele mensen aanwezig, in Hoofddorp, in die mooie winkel Kruispunt naast de kerk. Er hoefden er ook niet meer te zijn, want aan tafel vertelden we elkaar verhalen over de betekenis van de kerststal in ons eigen leven. En die verhalen hebben een intieme context nodig. Die geeft een veilige geborgenheid om met je eigen verhaal te komen.
Nelly Vellinga-Geerlings, voorzitter van de Nederlandse tak van Vrienden van de Kerstgroep en lang in het onderwijs actief, sprak over Maria en legde het ook uit met dat prachtige lied: wist Maria wel waar ze ja tegen zei? Ik had dat die tekst nog nooit gehoord, we luisterden naar een internationale versie. Het lied ontroerde me. Wist Maria wel dat ze God kuste toen ze haar baby kuste, wist Maria wel dat haar zoon zo snel van haar weg zou gaan, wist Maria wel dat ze haar kind zo vaak moest delen met zovelen? Nelly Vellinga-Geerlings had haar verhaal nog niet verteld of Henk Koning wilde iets zeggen over de betekenis van engelen in zijn leven. Die engelen hadden zijn leven gered toen hij de weg wilde oversteken en trokken hem gewoon naar achteren toen hij met zijn fiets stond te wachten om over te steken. Als hij niet naar achteren was getrokken, zou hij overreden zijn, wist hij toen zeker. Daarom had en heeft hij een zwak voor engelen in de kerststal, zoals hij van huis uit had meegekregen dat een kerststal mensen weer opnieuw samenbrengt. In gemeenschap, om het goed te maken, verbonden in de stilte, luisterend naar elkaar, aandacht voor de ander, tijd maken voor je naaste. Dat roept de kerststal allemaal op. Toen nam een vrouw het woord. Ze vertelde dat Kerstmis steeds het mooiste en het verdrietigste in een mensenleven verbindt. Haar man wist dat hij ziek was en dat hij onzeker was over de tijd die hem nog gegund was. Het speelde alweer een aantal jaren geleden. Toen zijn vrouw naar de kerk was, had hij de huiskamer omgetoverd tot een zee van kaarsen bij de kerststal. Zo had hij haar verwelkomd na de nachtmis. Zo waren ze stil geworden in het licht van de wereld. Dat was en is nog steeds één van de mooiste momenten van de liefde: dat ze in de warmte van de kaarsen en in de verstilling van het licht dichter bij elkaar waren dan ooit. Het was het mooiste van de liefde, maar achteraf ook het meest verdrietige in hun leven. Want niet lang daarna zou hij sterven. Daarom blijft de kerststal altijd verbonden met zijn dood en met hun liefde. Zo is de kerststal een spiegel van ieder mensenleven. Soms is er de redding door engelen, dan weer de overgave van een moeder als Maria, maar ook de genade van de liefde op de laatste Kerstmis van hun huwelijk.

Leo Fijen

 

Boeken