Als ik mijn dorp uitrijd, kom ik altijd langs deze boerderij. Jarenlang de trots van een boerenfamilie, nu niet meer dan een karkas zonder inhoud. Alleen de gevels staan nog, de rest is leeg. En de uiteinden hebben geen verbinding meer met elkaar. En voor de leegte is niets in de plaats gekomen. Toen ik er gisteren langskwam, flitste het ineens door mijn hoofd: deze resten van de boerderij staan een beetje voor onze huidige tijd. De flanken steeds meer tegenover elkaar, de warmte van het midden is weg. Er is geen verbondenheid, voor het midden is nog niets in de plaats gekomen, niets dat ons allemaal verbindt. Niets dat ons samenbindt in een ideaal of een visioen. Door alles kun je tegenwoordig heen kijken, nergens is er nog een hoekje voor een verborgen God. Voor het nieuwe jaar hoop en bid ik dat de flanken dichter bij elkaar komen, dat het midden ons weer kan samenbinden in een visioen dat we delen en dat we allemaal wat zachter, warmer en liever voor elkaar zijn. Dan zal er ook vanzelf ergens in die warmte, zachtheid en tederheid een plek zijn voor een verborgen God die mensen nabij kan komen. Daar droom ik van. Of om het met Martin Luther King te zeggen: het duister kan het duister niet verdrijven, dat kan alleen het licht. De haat kan de haat niet verdrijven, dan kan alleen de liefde. Ik wens iedereen meer liefde en licht toe.
Leo Fijen