14e Zondag door het jaar C – 72 uitgezondenen

Schriftlezingen: Jesaja 66,10-14c; Psalm 66; Galaten 6,14-18; Lucas 10,1-12.17-20

Jezus is aan zijn reis naar Jeruzalem begonnen. Hij wil dat de mensen die Hij onderweg ontmoet voorbereid worden om zijn prediking te aanvaarden. Vandaar de zending van 72 leerlingen naar de steden en dorpen van Galilea. Het getal 72 is symbolisch: het was het getal van de volkeren der aarde. De betekenis is duidelijk: na het kleine Galilea heeft Jezus alle volkeren van de aarde voor ogen. Hij wil dat iedereen het evangelie kan ontvangen en gered kan worden. Hij wil dat de verkondiging van het evangelie iedereen bereikt; niemand mag worden uitgesloten. Deze verleiding is vandaag bijzonder re­levant: veel mensen, ook gelovigen, zijn geneigd om zich in zichzelf terug te trekken, om zich binnen hun eigen grenzen op te sluiten. Jezus daarentegen nodigt ons uit om onze blik op te richten: “De oogst is wel groot, maar ar­beiders zijn er weinig. Vraag daarom de eigenaar van de oogst om arbeiders in te zetten voor zijn oogst”.

De menigten van vandaag zijn bang, gedesoriënteerd, bedroefd en hebben te lijden onder geweld en conflicten, onder pandemieën en de ontwrichting van de schepping. In die zin zouden we kunnen zeggen dat iedereen zit te wachten op die tweeënzeventig leerlingen die twee aan twee overal heen gaan. Wij zouden kunnen denken dat dat er weinig zijn vergeleken met het onmetelijke aantal vragen. Maar dat is een bedrieglijke verleiding. Voor de Heer volstaan twee leerlingen, als ze de huizen en steden maar bezoeken en hun groet van vrede brengen. Hun kracht ligt niet in menselijke strategieën, maar in het evangelie van de liefde. Jezus geeft hun die kracht, ondanks hun schijnbare zwakheid: “Ga nu, maar weet wel, Ik stuur jullie als lammeren onder de wolven”. Het kan moeilijk lijken voor een lam om het leven van een wolf te veranderen; het kan moeilijk lijken voor de liefde om de ang­sten, de hoogmoed en het geweld te overwinnen die in het hart van zovelen heersen. Maar het evangelie is de enige kracht van de leerlingen. Dat onder­vinden de christenen die vandaag het slachtoffer zijn van vervolging. Het getuigenis van een van hen, pater Jacques Mourad, een Syrische monnik die gevangen is genomen door de IS, is prachtig. Hij getuigt dat “oorlog zelfs de beste mensen in beesten verandert”, in wolven zouden we kunnen zeggen. Maar hij voegt er ook aan toe: “Ik heb mijn beulen zien veranderen. Ik zag hun hart opengaan […] Mededogen en gebed voor onze vijanden kunnen de wereld redden van de barbaarsheid waarin zij vervalt”. Pater Jacques be­hoort tot die lammeren die louter door de kracht van het evangelie de wol­ven verslaan. Het is de enige kracht die de wereld verandert. Wij allen en ieder op zijn manier zijn getuigen van de wonderen van het evangelie van de liefde en wij kunnen ons de vreugde van die tweeënzeventig eigen maken: “Heer, zelfs de demonen onderwerpen zich aan ons in uw naam”. En Jezus herhaalt ook tot ons: “Ik zag de satan als een bliksemschicht uit de hemel vallen”. Het is het wonder van de liefde voor de armen die de muur van on­verschilligheid doet instorten en die banden van vriendschap smeedt. Het is de vreugde van hen die geholpen worden die groeit. Het is een uitnodiging om ons te verheugen, omdat deze band van liefde ervoor zorgt dat onze namen in de hemel zijn opgetekend.

Vincenzo Paglia
Het Woord van God elke dag 2025

 

Boeken